Na meer dan 2000 jaar sinds Jezus de wereld een religie verkocht is er eindelijk een land dat het aandurft om besnijdenis bij jongens in vraag te stellen. Aangezien besnijdenis een religieus relikwie is uitgevonden door mannen met baarden en rokken steunt Godelina Ijsland, want daarover gaat het, in haar pogingen om deze barbarij te stoppen.
Het is volkomen hypocriet om vrouwenbesnijdenis in Soedan als barbaars te bestempelen, terwijl onder druk van het Jodendom en de Moslimwereld jongensbesnijdenis als algemeen 'aanvaard' zou moeten beschouwd worden.
Het besnijden van kinderen, die er niet om gevraagd hebben, is niet meer of minder dan religieuze verminking van minderjarigen, zo simpel is het.
In Ijsland ligt momenteel een wetsvoorstel op tafel dat besnijdenis verbiedt, tenzij uit medische noodzaak. Niet alleen Joden en Moslims hebben kritiek op het wetsvoorstel, ook Katholieken noemen het wetsvoorstel 'gevaarlijk', wegens een aanval op religieuze vrijheid.
De religieuzen die vinden dat besnijdenis een aanval is op de religieuze vrijheid zouden zich even moeten bezinnen over de kinderen die ze verminken, en zich aanvragen hoeveel 'vrijheid' ze het kind gunnen waarvan ze brutaal een deel van de voorhuid wegsnijden.
Er is tegenwoordig zoiets als 'kinderrechten'. Volwassenen die een kind onder het mom van een religieuze regel een deel van het lichaam wegsnijden, en dat meestal zonder verdoving, tasten de fysieke integriteit van het kind aan.
We weten ondertussen dat de Joden nog altijd te pas en te onpas hun geschiedenis als excuus gebruiken om hun hedendaags gedrag goed te praten zoals het bezetten van de Westelijke Jordaanoever, of hun verwerpelijke nederzettingenstrategie, en nu dus ook hun besnijdenispolitiek.
Opnieuw ligt 'religie 'aan de basis van ontoelaatbare gebruiken in de eenentwintigste eeuw.
In ieder geval, Ijsland heeft onze steun.